Het is alweer even geleden dat we voor het laatst hebben geschreven, maar dat komt omdat we de 27e de hele dag aan het reizen zijn geweest en geen wifi hadden en gister zijn we de hele dag op stap geweest in Singapore. Maar hieronder nog een stukje over Penang. Door Julie en Mare;
26 December zijn we naar het Peranakan museum geweest. Dat museum was vroeger een huis van hele rijke mensen. Vroeger handelden de chinezen met mensen uit Zuid Oost Azie. Als de wind goed stond voeren ze met de wind mee naar het zuiden, richting indonesie. Daar moesten ze meestal na het handelen ook nog wachten tot de wind goed stond om terug te varen. Meestal wachtten ze in Maleisie of Singapore. Ook op Penang, een eiland voor de kust van Maleisie, en daar zijn we gisteren en eergisteren geweest. Als de Chinese mannen met Maleisische vrouwen trouwden, en ze kregen een zoon, dan heette dat een baba,en als ze een dochter kregen heette dat een nyonya.
De cultuur van de mix tussen een Chinese man en een Maleisische vrouw het Peranakan. Je kunt nog steeds Peranakan huizen, servies, meubels en eten vinden in Singapore, Melakka en Penang.
In dat huis waar we zijn geweest woonde dus vroeger een Nyonya en een Baba. Die mensen waren heel rijk en dat kon je ook duidelijk zien. Het huis was van binnen heel mooi versierd met vazen en schilderijen, maar ook uit het hout waren hele mooie patronen gesneden, bij bijvoorbeeld banken, stoelen, bedden en deurkozijnen.
Achter ons zie je de mooie voordeur van het huis
We kregen een rondleiding door het huis. Hieronder zit Mare aan een mooi gedekte tafel.
Dit was een binnenplaats
En hieronder zie je een foto van een Baba en Nonya. De man is meer Westers gekleed omdat ze indruk wilden maken op de Britten die met hun zeil schepen naar Penang waren gekomen en daar vaak ook voor langere tijd bleven om te handelen.
Deze mevrouw is gekleed als een Nonya, met een sarong en een wat meer Westerse blouse. Ze was al 80!
De Nyonya meisjes kwamen eigenlijk bijna nooit buiten. Ze moesten leren: koken, naaien en borduren. Dit moesten ze kunnen voor dat ze gingen trouwen, zo konden ze laten zien dat ze een goede vrouw waren. Op hun twaalfde moesten ze trouwen, met een jongen van zestien of zeventien. Die jongen konden ze niet zelf uitkiezen, maar de ouders bepaalden met wie hun kinderen gingen trouwen. Meestal zagen ze elkaar pas op de dag van het huwelijk, heel anders dus dan in Nederland.
Hieronder zie je dingen die de meisjes maakten, wel heel mooi!! Die schoentjes zijn borduurd met heeeele kleine glazen kraaltjes die uit frankrijk kwamen.
Er zat ook nog een ander stukje aan het huis, maar dat was er later bij gebouwd. In dat stukje zat een museum met alle sieraden en juwelen die de Peranakan mensen vroeger droegen.
Omdat er veel handel werd gedreven in Penang, door mensen van over de hele wereld, zijn er heel veel verschillende culturen. Je ziet gerust in één straat een Chinese tempel, een Hindoeistische tempel, een kerk en een moskee.
Ook kun je er allerlei soorten eten krijgen. Hier eten we indiaas. We kregen geen bestek en mochten alleen met onze rechter hand eten...
Ook is er heel veel kunst op straat! Vooral de muurschilderingen zijn heel mooi en net echt.